De Oproep van Jozua

Nr. van de bezichtingen 35 Keer #Kracht van God #Hoop #Geloof

74 Talen

Volledig Bekeken

Later Bekijken

Afrikaans Akan Amharic Bengali British English Bulgarian Burmese Cebuano Chewa Croatian Czech Dutch English Fijian Filipino Finnish French German Greek Gujarati Hindi Hungarian Indonesian Italian Japanese Kannada Khasi Khmer Korean Lao Latvian Luganda Malagasy Malay Malayalam Manipuri Marathi Mongolian Mundari Ndonga Nepali Odia Oromo Punjabi Polish Portuguese Portuguese(Portugal) Romanian Rukwangali Russian Rwanda Samoan Shona Chinese Sinhala Slovak Southern Sotho Spanish Spanish(Mexico) Spanish(Spain) Swahili Tamil Telugu Thai Tongan Chinese-T Tripuri Tswana Turkish Ukrainian Urdu Vietnamese Xhosa Zulu

Subscribe and Like on YouTube

Waarom werden alleen Jozua en Kaleb gered onder de 600.000 mannen die uit Egypte kwamen?

Jozua en Kaleb hadden een vast geloof in Gods belofte.
Ook al waren er reuzen in Kanaän die God had beloofd, Jozua en Kaleb geloofden met zekerheid dat God het zeker aan hen zou geven.
Net als Kaleb die niet aarzelde om het beloofde land te gaan veroveren, zelfs op 85-jarige leeftijd, moeten wij in dit tijdperk ook hopen op de Hemel met hetzelfde geloof als Jozua en Kaleb.

Gods belofte wordt vandaag vervuld in de Church of God Around the World

Net zoals God met Jozua en Kaleb was tijdens hun reis naar Kanaän, kunnen wij vandaag voelen dat Christus Ahnsahnghong en God de Moeder altijd de weg openen voor het Evangelie van de Church of God om zich snel over de hele wereld te ontvouwen.

U zult beslist niet in dat land komen waarover Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik u daarin zou laten wonen, behalve Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun.
Numeri 14:30

Het gebeurde na de dood van Mozes, de dienaar van de HEERE , dat de HEERE tegen Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Mozes, zei:
. . . Wees sterk en moedig, want ú zult dit volk het land dat Ik hun vaderen gezworen heb hun te geven, in erfbezit laten nemen. . . .
want de HEERE , uw God, is met u, overal waar u heen gaat.
Jozua 1:1–9